Rob Smit: Van Jurist tot Houtkunstenaar

Wie de afgelopen decennia bezig is geweest op de hout-afdeling van de Stadswerkplaats is hem vast weleens tegen het lijf gelopen: Rob Smit. Rob heeft een uitgebreid verleden bij de werkplaats en gold lang als hét gezicht van de hout-afdeling. Tot 2022 was hij namelijk jarenlang actief als vaste beheerder van de werkplaats en daarnaast degene bij wie je moest zijn voor alles omtrent ons cursusaanbod. Maar hoe begon zijn kennismaking met de ambachten? 

Net als vele anderen bij de werkplaats is Rob inmiddels een echte Stadjer, maar liggen zijn roots buiten de stad. De eerste helft van zijn jeugd brengt Rob door in zijn geboorteplaats Diever en daarna Emmen. De tweede helft, van zijn 9e tot zijn 18e, woont Rob iets ten zuiden van Diever, in Ruinerwold. Op zijn 18e besluit Rob, naar het idee van zijn vader en het voorbeeld van zijn schoolvriendjes, om te gaan studeren. Dit brengt hem naar Groningen, waar hij tot twee keer toe (masters in verschillende richtingen) rechten studeert. Na het afronden van de studies krijgt hij werk in Arnhem waar hij dan ook naar toe verhuist. Hij vindt een woning vlakbij het station en vanwege het vele internationale treinverkeer dat zijn huis passeert ontstaat een nieuwe hobby: hij begint treintjes te maken van messing. Het begon lang geleden dus niet met hout, maar met staal(!). 

Wanneer blijkt dat het juridische werk hem toch niet bevalt, keert Rob terug naar Groningen. Het is hier dat het vlammetje van handvaardigheid verder aangewakkerd wordt. Een houten olifantje op wieltjes (“met zo’n trektouwtje eraan”) in de etalage van “Jolly Douce”, een speelgoedwinkel in de Folkingestraat, blijkt de trigger. Rob vindt het een leuk ding en weet dat hij zoiets ook wel kan maken. Als gevolg van dit voornemen meldt hij zich aan bij de School voor Handenarbeid en zo worden de eerste stappen gezet. Van het een komt het ander en zo komt Rob uiteindelijk, in 1991, vanzelf ook bij de werkplaats terecht. Al is hij in eerste instantie wel wat huiverig om binnen te stappen, want met alle machines, apparatuur en de ogenschijnlijke professionals die er binnen aan het werk zijn voelt het als een plek waar je niet zomaar naar binnen mag. Toch stapt hij naar binnen en de eerste kennismaking met de werkplaats is een feit. In de werkplaats gaat hij op de werkbank bezig met het vervaardigen van houten autootjes, aangezien hij thuis de ruimte en het materiaal mist. 

“Zoals de Stones niet volwassen worden door in een rockband te spelen, kan je hier een beetje niet volwassen blijven door wat te spelen met hout.”

Zijn werk valt op en op een gegeven moment wordt er vanuit de werkplaats gesuggereerd dat hij daar wel een cursus in kan geven. Rob staat hier wel voor open en zet de cursus op. Omdat hierbij ook een stukje tekst in de cursusgids hoort, schrijft hij dit ook zelf. Het stukje blijkt in de smaak te vallen en het duurt niet lang of ook Pink en Sven kloppen bij hem aan om hun stukjes te laten schrijven. Zo wordt Rob langzaam maar zeker meer en meer opgenomen in het collectief van de Stadswerkplaats. Het is dan ook niet gek dat een paar jaar later, het is dan 1994, hij gevraagd wordt of de openstaande vacature van beheerder niet iets voor hem is. In eerste instantie acht hij zichzelf daar niet geschikt voor omdat hij, in zijn eigen woorden, helemaal niet technisch is. Desondanks besluit hij de uitdaging toch aan te gaan en met succes, want hij zal deze functie tot zijn pensioen in 2022 niet meer loslaten. In eerste instantie is dit op vrijwillige basis, maar vanaf 1996 treedt hij officieel in loondienst. 

Binnen de werkplaats onderscheidt Rob zich al snel door zich te specialiseren. Hij richt zich vooral op het ambachtelijke handwerk (zonder stroom) wat op dat moment verder bijna niemand doet. Hetzelfde geldt voor houtdraaien en gereedschap slijpen. Hij rolt van het een in het ander en zo komt op den duur ook het Japans houtbewerken op zijn pad, waar hij helemaal induikt. 

Inmiddels is Rob een doorgewinterde houtbewerker die met allerhande gereedschap en materialen uit de voeten kan. Het is nu alweer een paar jaar sinds zijn pensioen, maar dat betekent niet dat hij stil zit. Integendeel. Hij fietst, tuiniert, luistert muziek, reist, maar doet ook wel niks (“luieren”). En lezen doet hij ook. Veel lezen. Maar naast dit actieve pensionado-bestaan blijft Rob nog steeds vaak in de Stadswerkplaats te vinden. Zo ook ten tijde van dit interview. Hij is toevallig weer een autootje aan het maken. Daar waar hij ooit mee begon, doet hij nu dus weer. In dit geval een auto uit het boek van Kuifje, een Packard, zo vertelt hij.

Maar daarnaast vindt Rob het nog steeds leuk om iets aan mensen over te dragen. Hij blijft als vrijwilliger actief bij de werkplaats waar hij hier en daar nog wel wat klusjes doet en helpt bij dingen gerelateerd aan Japans houtbewerken. Hij roemt de uitwisselende omgeving van de werkplaats. Iedereen is nieuwsgierig naar elkaar en bereid elkaar te helpen, en dat is altijd al zo geweest. Daarnaast houdt hij van de diversiteit aan klanten en alle verschillende dingen die ze maken. Maar vooral vindt hij het leuk dat het een beetje een speeltuin is. Of in zijn eigen woorden: “Zoals de Stones niet volwassen worden door in een rockband te spelen, kan je hier een beetje niet volwassen blijven door wat te spelen met hout.”

Tags: No tags

Comments are closed.